Zelfsturing en transitie hebben zo’n beetje hetzelfde probleem: het lijkt vooral te gaan over wie de regie heeft en over dat het (financieel) allemaal minder wordt. De ooit mooi geformuleerde doelen van de transformatie van de zorg lijken naar de achtergrond geschoven of zijn niet meer dan loze woorden. We moeten terug naar de menselijke maat, eigen regie geven, ruimte, vertrouwen, maar hoe? Waar het wat mij betreft aan schort is het “samen-karakter”, de wens om werkelijk samen te willen sturen op alle niveaus; om de transformatie niet te vangen in een systeem, maar het systeem dienstbaar te laten zijn aan het samensturingsproces. En echt, uiteindelijk is dat effectiever en goedkoper, en ook is het duurzamer op de langere termijn en brengt voldoening en waardering voor betrokkenen op alle niveaus.
Samen beslissen
Een simpel voorbeeldje: gisteravond zat ik naast een verzorgende, die me vertelde dat ze bij een cliënt was; zij klaagde dat het allemaal zo anders was geworden. Wat was nu het geval? Ze had een collega van deze verzorgende gevraagd even de post uit de bus te halen, maar dat wilde ze niet, want “dat mocht niet meer”. Mijn buurvrouw koos in deze situatie voor een andere aanpak. Ze zei tegen deze cliënte “we hebben nu minder tijd voor dat soort dingen, dat klopt. Ik wil het wel voor u doen, maar dan moeten we ons praatje nu staken. Wat wilt u liever op dit moment?” Met dezelfde (ongetwijfeld schaarse) middelen ging zij heel anders om en besloot samen te beslissen met de cliënt.
Eigen regie lijkt een sleutelrol te krijgen in de transformatie, maar ik denk dat het helder maken van de kaders en samen beslissen over de invulling ervan minstens zo belangrijk is. Mensen begrijpen heel goed dat ons huidig zorgsysteem op de lange termijn niet te betalen is en willen daarin ook best een steentje bijdragen (of inleveren…) is mijn ervaring. Als je de tijd maar neemt om het uit te leggen en de ruimte biedt om binnen die mogelijkheden samen te beslissen. De rol van de cliënt, mantelzorger, vrijwilliger en professional zijn hierin gelijkwaardig, maar niet gelijk! Alleen als deze ongelijke (machts)verhoudingen, individuele mogelijkheden en verschillen ook onderdeel mogen zijn van de dialoog, kun je echt samen sturen!
Samen leren
Om cliënten met deze houding tegemoet te kunnen treden, moet je zelf ook die ruimte ervaren. De ruimte om professioneel om te kunnen gaan met de beschikbare ruimte en daarin je beslissingen en verantwoordelijkheid te kunnen nemen. Krijg je ruimte, dan geef je ruimte. Voel je je beknot, dan schiet je wellicht in de kramp bij de uitvoering van je werk. In een team waarin je mag leren en kunt delen hoe je het beste met de dagelijkse dilemma’s om kunt gaan, kun je je als zelfsturend professional optimaal ontwikkelen. Want samensturen is ook: jezelf sturen en tegelijk in afstemming zijn met anderen (uit: Zelfsturing of Samensturing – link recensie)
De Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling verwoordde het in haar adviezen als volgt: Maak ruimte voor lerend vermogen zodat de behoefte aan verticale afstemming vermindert.
Een structuur die dienstbaar is aan het proces
In veel organisaties blijven in het transformatieproces oude patronen beschikbaar, waarin misschien de vergadercultuur nog wel een van de moeilijkste is om te doorbreken. Ook veel zelfsturende teams starten vanuit de gedachte dat ze een vaste overlegstructuur moeten hebben, bijv. 1 keer per week, en denken daarna pas na over de invulling daarvan.
Als je werkt vanuit samensturing denk je eerst met elkaar na over wat ieder nodig heeft om zijn werk goed te kunnen doen. Welke afspraken moeten worden gemaakt en hoe vaak? Wie hebben we nodig bij welk onderwerp? Welke creatieve manieren van uitwisselen en afstemmen (bijv. skype, scrum) kunnen we benutten? Het is verbazend hoeveel meer zaken buiten vergaderingen opgelost kunnen worden, als de vergadering geen wekelijks “moetje” is, maar de mensen samen hebben besloten wanneer en hoe vaak ze elkaar willen zien en waar ze het over willen gaan hebben. Dan wordt vergaderen geen moeten, maar ont-moeten en wordt er effectiever vergaderd.
Leiders die het samen leren faciliteren
Om het samen leren, en overigens ook het samen beslissen, te faciliteren, zijn leiders nodig die de juiste balans vinden tussen ruimte geven en kaders stellen. Leiders die hun visie uitdragen en medewerkers er deelgenoot van maken. Leiders die duidelijk kunnen maken hoe elke kleine bijdrage belangrijk is voor het geheel, die successen vieren en medewerkers waarderen.
Deze leiders willen echt samen sturen. Ze nodigen medewerkers uit mee te denken bij het stellen van de kaders, die overigens altijd een logische inhoudelijke basis hebben, waardoor medewerkers weten dat en hoe het kader bijdraagt aan het resultaat. Ze geven maximale ruimte binnen die kaders en zullen medewerkers altijd stimuleren eerst met elkaar een oplossing te zoeken. Ze zijn ondersteunend aanwezig wanneer dit niet lukt. En ook als ze actief interveniëren maken ze nog duidelijk dat het behaalde resultaat een gezamenlijk resultaat is dat zonder inbreng van alle betrokkenen niet tot stand zou zijn gekomen.
Waarom samensturing leidt tot èchte transformatie?
Samen beslissen
Een simpel voorbeeldje: gisteravond zat ik naast een verzorgende, die me vertelde dat ze bij een cliënt was; zij klaagde dat het allemaal zo anders was geworden. Wat was nu het geval? Ze had een collega van deze verzorgende gevraagd even de post uit de bus te halen, maar dat wilde ze niet, want “dat mocht niet meer”. Mijn buurvrouw koos in deze situatie voor een andere aanpak. Ze zei tegen deze cliënte “we hebben nu minder tijd voor dat soort dingen, dat klopt. Ik wil het wel voor u doen, maar dan moeten we ons praatje nu staken. Wat wilt u liever op dit moment?” Met dezelfde (ongetwijfeld schaarse) middelen ging zij heel anders om en besloot samen te beslissen met de cliënt.
Eigen regie lijkt een sleutelrol te krijgen in de transformatie, maar ik denk dat het helder maken van de kaders en samen beslissen over de invulling ervan minstens zo belangrijk is. Mensen begrijpen heel goed dat ons huidig zorgsysteem op de lange termijn niet te betalen is en willen daarin ook best een steentje bijdragen (of inleveren…) is mijn ervaring. Als je de tijd maar neemt om het uit te leggen en de ruimte biedt om binnen die mogelijkheden samen te beslissen. De rol van de cliënt, mantelzorger, vrijwilliger en professional zijn hierin gelijkwaardig, maar niet gelijk! Alleen als deze ongelijke (machts)verhoudingen, individuele mogelijkheden en verschillen ook onderdeel mogen zijn van de dialoog, kun je echt samen sturen!
Samen leren
Om cliënten met deze houding tegemoet te kunnen treden, moet je zelf ook die ruimte ervaren. De ruimte om professioneel om te kunnen gaan met de beschikbare ruimte en daarin je beslissingen en verantwoordelijkheid te kunnen nemen. Krijg je ruimte, dan geef je ruimte. Voel je je beknot, dan schiet je wellicht in de kramp bij de uitvoering van je werk. In een team waarin je mag leren en kunt delen hoe je het beste met de dagelijkse dilemma’s om kunt gaan, kun je je als zelfsturend professional optimaal ontwikkelen. Want samensturen is ook: jezelf sturen en tegelijk in afstemming zijn met anderen (uit: Zelfsturing of Samensturing – link recensie)
De Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling verwoordde het in haar adviezen als volgt: Maak ruimte voor lerend vermogen zodat de behoefte aan verticale afstemming vermindert.
Een structuur die dienstbaar is aan het proces
In veel organisaties blijven in het transformatieproces oude patronen beschikbaar, waarin misschien de vergadercultuur nog wel een van de moeilijkste is om te doorbreken. Ook veel zelfsturende teams starten vanuit de gedachte dat ze een vaste overlegstructuur moeten hebben, bijv. 1 keer per week, en denken daarna pas na over de invulling daarvan.
Als je werkt vanuit samensturing denk je eerst met elkaar na over wat ieder nodig heeft om zijn werk goed te kunnen doen. Welke afspraken moeten worden gemaakt en hoe vaak? Wie hebben we nodig bij welk onderwerp? Welke creatieve manieren van uitwisselen en afstemmen (bijv. skype, scrum) kunnen we benutten? Het is verbazend hoeveel meer zaken buiten vergaderingen opgelost kunnen worden, als de vergadering geen wekelijks “moetje” is, maar de mensen samen hebben besloten wanneer en hoe vaak ze elkaar willen zien en waar ze het over willen gaan hebben. Dan wordt vergaderen geen moeten, maar ont-moeten en wordt er effectiever vergaderd.
Leiders die het samen leren faciliteren
Om het samen leren, en overigens ook het samen beslissen, te faciliteren, zijn leiders nodig die de juiste balans vinden tussen ruimte geven en kaders stellen. Leiders die hun visie uitdragen en medewerkers er deelgenoot van maken. Leiders die duidelijk kunnen maken hoe elke kleine bijdrage belangrijk is voor het geheel, die successen vieren en medewerkers waarderen.
Deze leiders willen echt samen sturen. Ze nodigen medewerkers uit mee te denken bij het stellen van de kaders, die overigens altijd een logische inhoudelijke basis hebben, waardoor medewerkers weten dat en hoe het kader bijdraagt aan het resultaat. Ze geven maximale ruimte binnen die kaders en zullen medewerkers altijd stimuleren eerst met elkaar een oplossing te zoeken. Ze zijn ondersteunend aanwezig wanneer dit niet lukt. En ook als ze actief interveniëren maken ze nog duidelijk dat het behaalde resultaat een gezamenlijk resultaat is dat zonder inbreng van alle betrokkenen niet tot stand zou zijn gekomen.
Waarom samensturing leidt tot èchte transformatie?
- Omdat de mensen in het primair proces centraal staan en samen met de cliënt het gewenste resultaat wordt vastgesteld en bereikt;
- Er op alle niveaus samen wordt besloten en geleerd in dialoog;
- Ieders bijdrage waardevol is voor het geheel, en de onderliggende waarden organisatiebreed worden gedeeld en gedragen;
- Er sprake is van gelijkwaardigheid en wederkerigheid, en de ongelijkheid onderwerp van gesprek mag zijn;
- De structuur/het systeem dienstbaar is aan het proces, waardoor niemand zich meer afvraagt waarom ze bij een vergadering zitten of waar een bepaald protocol voor dient;
- Dit alles uiteindelijk leidt tot meer effectiviteit, meer motivatie en voldoening, meer betrokkenheid en bevlogenheid, minder administratieve drukte en minder management;